De campagne #Komafmetarmoede daagt de politieke partijen uit om te kiezen voor een moedig armoedebeleid. Een beleid dat langdurig en fors inzet op armoedebestrijding is immers perfect mogelijk door bestaande budgetten te heroriënteren en anders te verdelen op maat van de lagere inkomensgroepen. De kinderarmoede in Vlaanderen stijgt tot boven de 15%, de armoede in België tot boven de 19%. Deze cijfers zijn een schande voor een welvarend land en een rijke regio. Een dubbele schande omdat in de naburige landen met een vergelijkbare welvaart de armoede veel lager ligt. Tien jaar armoedig beleid was onze conclusie. Armoede bestrijden vraagt dus een ander, een moedig beleid. 350 mensen uit alle hoeken van Vlaanderen kozen op 16 februari de 4 prioriteiten van onze campagne: ‚Ä¢ vervangingsinkomens en bijstandsuitkeringen optrekken tot boven de Europese armoedegrens ‚Ä¢ meer kwaliteitsvolle en betaalbare woningen en een duurzaam en eerlijk energiebeleid ‚Ä¢ eerlijke fiscaliteit ‚Ä¢ een sterke solidaire verplichte ziekteverzekering die een brede bescherming voor iedereen biedt. #Komafmetarmoede vertaalde de 4 prioriteiten in 28 voorstellen. 28 voorstellen waarvan we weten dat ze armoede kunnen halveren. Met de website www.komafmetarmoede.be, de kusttram, trams en bussen in de 13 centrumsteden, en 150.000 broodzakken nodigen we iedereen uit om de politieke partijen uit te dagen. Met deze campagne zetten we armoede op de politieke agenda. Want, armoede bestrijden is perfect mogelijk. Er is vandaag immers een grote perverse herverdeling van arm naar rijk. De Mattheus-effecten van de vele maatregelen zijn groot: zij bereiken de lagere inkomensgroepen amper en toch betalen de zwakkeren deze maatregelen mee via de directe en de indirecte belastingen. Een rechtvaardige heroriëntering zorgt niet enkel voor het nodige budget, maar ook en tegelijkertijd voor maatregelen op maat van de lagere inkomensgroepen. Minstens 16 miljard bedragen de fiscale uitgaven: er zijn dus voldoende middelen om een armoedebestrijdingsbeleid te voeren. De woonfiscaliteit is hier het voorbeeld bij uitstek. De woonbonus subsidieert de woonkeuzes van vooral de midden- en hogere klasse, ten koste van de lagere inkomensgroepen. De afschaffing van de woonbonus op 10 jaar tijd levert honderden miljoenen op waarmee sociale woningen en huurtoelagen kunnen gesubsidieerd worden. Er blijven zelfs middelen over voor een klimaattoelage gericht op het klimaatneutraal maken van de minder goede huurwoningen en bescheiden eigen woningen. Op 10 jaar tijd kunnen er zo 100.000 sociale woningen bijkomen, waarbij de armoede daalt met minstens 2%-punt. De sociale minima en de minimumlonen verhogen is niet enkel een verbroken belofte( het stond in het federaal regeerakkoord), het is een voorwaarde om iedereen de kans op een menswaardig leven te geven. Een heroriëntering van de taxshift naar de lagere inkomensgroepen kan hier de nodige financiële ruimte geven Andere maatregelen, zoals investeren in sociale economie of in de maximumfactuur in het middelbaar onderwijs vragen een kleine bijkomende inspanning die gedragen kunnen worden binnen de Vlaamse begroting. Mits een uitzuiveren van onnodige uitgaven voor kleuterparticipatie en niet-inkomensgebonden kinderopvang in de kinderbijslag kan het budget voor sociale toelagen binnen het groeipakket stijgen tot 10% i.p.v. 6% vandaag. Deze stijging kan een positief effect hebben op armoede met 2 %-punt. Rechtvaardige fiscaliteit veronderstelt progressiviteit in de tarieven: aan wie sterke schouders heeft, kan meer gevraagd worden. De energiefactuur is het voorbeeld bij uitstek van onrechtvaardige fiscaliteit: van elke klant wordt immers evenveel gevraagd. Bovendien worden grootverbruikers ontzien en worden ze gesubsidieerd via de gewone klant. Een herschikking van de energiefactuur levert een kleine verbruiker snel 100 euro winst per jaar op. Rechtvaardige fiscaliteit vraagt ook dat vermogens worden belast. De ongelijkheid in vermogen wordt immers almaar groter. Rechtvaardige fiscaliteit creëert bijkomende ruimte. De armoede halveren kan. De eisen zijn betaalbaar en realiseerbaar door een heroriëntering binnen bestaande budgetten en een rechtvaardige fiscaliteit. Daardoor onstaat er financiële ruimte voor armoedebestrijding en (eindelijk) ademruimte voor de lagere inkomensgroepen en mensen in armoede. Armoede bestrijden is dus perfect mogelijk mits men de moed heeft om duidelijke keuzes te maken.