Jaarboek Armoede 2021: 30 jaar beleidsparticipatie vanuit armoede-ervaring
Het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting bestaat dertig jaar, net als beleidsparticipatie van mensen in armoede. Vanuit de visie dat mensen in armoede het best zelf spreken over die beleidsparticipatie, ging het Vlaams Netwerk tegen Armoede in gesprek met negen ervaringsdeskundigen. We vroegen hen waarom zij zich actief engageren in de strijd tegen armoede, naar hun visie op participatie, wat de meerwaarde is van het delen van ervaringskennis, het spreken vanuit ervaringskennis en naar evoluties in de armoedebestrijding. Hun reflecties vormen de ruggengraat van de bijdrage van het Vlaams Netwerk tegen Armoede.
"Het is cruciaal om mensen met ervaringskennis te betrekken bij de opmaak en uitrol van beleidsplannen"
Colloquium met voorstelling Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2021 op 1/12/2021
Het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2021 van Universiteit Antwerpen werd voorgesteld tijdens een online colloquium op 1/12/2021, waar algemeen coördinator Heidi Degerickx en ervaringsdeskundige Cindy Van Geldorp in tandem deelnamen aan het panelgesprek.
Over beleidsparticipatie van mensen in armoede
Cindy Van Geldorp: "Mensen in armoede worden vaak gehoord, maar vragen zich ook af of er dan ook effectief iets gedaan wordt met hun input. Het blijft soms een strijd om de stem van mensen in armoede te laten horen bij het beleid en dat er ook geluisterd wordt. Mensen in armoede vragen om au sérieux genomen te worden. Ze kunnen wel meer dan enkel hun verhaal te vertellen."
Over Werk
Heidi: "Jobs, jobs, jobs ... Werk is maar een deel van de oplossing om armoede structureel aan te pakken. Er moet ook op andere domeinen gewerkt worden."
Cindy: "We werken al een aantal jaren samen met werkgevers om hen bewust te maken van het armoederisico van kwetsbare werknemers en samen naar oplossingen te zoeken waardoor de werknemers zich beter voelen en beter kunnen ingezet worden."
De prioriteiten die ze aanhalen voor de komende jaren:
- De automatische toekenning van rechten is heel belangrijk en heeft een heel positief effect op het opnemen van de rechten van mensen, zoals bijvoorbeeld het Groeipakket. Dit in combinatie met een herverdeling van de middelen en meer concreet de kinderbijslag kan (kinder)armoede de wereld uithelpen.
- Het taboe rond 'armoede' moet verdwijnen. Mensen in armoede hebben recht op een menswaardig leven en willen ook zo behandeld worden.
- De laagste inkomens moeten omhoog, boven de armoedegrens
- Recht op wonen: er moeten voldoende betaalbare en beschikbare huurwoningen komen
- Recht op werk: jobs moeten mensen kansen geven om te groeien, LDE, maatwerk ... maar ook platform economie, avondwerk, deeltijdse werkhervatting, de waardering van vrijwilligerswerk
Bijdrage van het Vlaams Netwerk tegen Armoede met volgende onderdelen
1. De doorbraak van beleidsparticipatie door het Algemeen Verslag over Armoede
2. Ervaringsdeskundigen over hun jarenlange engagement in participatie
- 2.1 Waarom engageren mensen zich in een vereniging waar armen het woord nemen?
- 2.2 De meerwaarde van beleidsparticipatie vanuit ervaringskennis
- 2.3 De grenzen of valkuilen van beleidsparticipatie vanuit ervaringskennis
- 2.4 Evaluatie van dertig jaar beleidsparticipatie door mensen met armoede-ervaring
- 2.5 Beleidsparticipatie vanuit ervaringskennis: hebben we er genoeg van?
- 2.6 Een duidelijke oproep voor meer rechtvaardigheid en gelijkheid
1. De doorbraak van beleidsparticipatie door het Algemeen Verslag over Armoede
"Als wij ons leven vertellen, moeten wij er zelf de besluiten uit trekken, en moeten wij kunnen deelnemen aan de maatschappelijke debatten die nu zonder ons worden gevoerd." (AVA, 1994, p. 18)
Het Algemeen Verslag over Armoede (AVA) werd gelanceerd op de allereerste Werelddag tegen Extreme Armoede en Sociale Uitsluiting, op 17 oktober 1994. België was op dat moment voorzitter van de Europese Unie en onze beleidsmakers wilden het koste wat het kost uitpakken met het resultaat (ook al was het rapport niet klaar). De 'representatieve verenigingen van de armsten zelf' (Onkelinx, 1992), met name ATD Vierde Wereld, BMLIK, Centrum Kauwenberg, De Cirkel en Lutte Solidarite et Travail, hadden net geëist dat de betrokken mensen in armoede de kans kregen om de hoofdstukken na te lezen van het Algemeen Verslag over Armoede.
2. Ervaringsdeskundigen over hun jarenlange engagement in participatie
Mensen in armoede ontdekken meestal de vereniging in het diepst van hun miserie. Ze leren vaak een persoon, een gezicht (personeel of vrijwilliger) van de vereniging kennen die oprechte interesse heeft in hun leven, in hun kennis. Het zijn sleutelfiguren die luisteren en respect tonen. Die basishouding en de tijd die ze vrijmaken, zijn voor veel mensen in armoede een welkome afwisseling met de vaak stigmatiserende, adviserende, kortstondige of veroordelende interacties met de buitenwereld.
Ik was toen 19 jaar en sliep toen al een jaar onder een brug. Dan zag iemand me juist onder de brug vandaan kruipen en sprak me aan. Het was iemand van Buurthuis 't Lampeke die zei dat zij gesprekken deed met mensen in armoede. Ik heb dat eerst afgeslagen. Ik had in niemand vertrouwen, zelfs niet in mezelf. Maar zo ben ik dus in 't Lampeke terechtgekomen.
Uit de gesprekken blijkt hoe het deelnemen aan de activiteiten in een vereniging waar armen het woord nemen een belangrijke randvoorwaarde is om te kunnen groeien als ervaringsdeskundige. De vereniging is een dynamiserende, maar tegelijk veilige omgeving om te vertoeven. Samen stappen vooruitzetten wordt als enorm ondersteunend ervaren.
De visie van het Vlaams Netwerk tegen Armoede en zijn 57 verenigingen is dat participatie van mensen in armoede in beleidsprocessen cruciaal is. Structurele armoedebestrijding en een gecoördineerde aanpak gestoeld op een mensenrechtenvisie is maar mogelijk als er geluisterd wordt naar wat mensen in armoede zelf te vertellen hebben. Het is cruciaal de ervaringskennis en het leefwereldperspectief van mensen in armoede mee in overweging te nemen om tot maatregelen en veranderingen te komen die voor hen ook werken en voor hen haalbaar zijn. Participatie mag en kan dus geen 'afvinkcultuur' zijn in de vorm van een afgebakende stap in het proces (participatie als consultatie). Het vraagt een basishouding, visie en organisatorische aanpak waarbij alle betrokkenen respectvol behandeld werden en hun inbreng serieus wordt genomen.
Wat voor mij belangrijk was toen ik nog in armoede leefde, was medezeggenschap. Het is heel belangrijk dat mensen hun stem kunnen laten horen op allerlei beleidsniveaus en dat er oprecht naar geluisterd wordt. Mensen in armoede weten het best wat er kan helpen of werken. Ik vind wel dat je altijd kan leren van elkaar.
"Participatie vraagt een basishouding waarbij de inbreng van alle betrokkenen serieus wordt genomen"
Mensen in armoede die tien of vijftien jaar meedraaien in een Vereniging Waar Armen het Woord Nemen en het Vlaams Netwerk tegen Armoede lopen uiteraard ook al eens tegen de grenzen aan van deze processen en ervaren schijnparticipatie.
Ervaringsdeskundigen waarderen vooral goede communicatie van de overheden rond de concrete vervolgstappen die ze nemen, na een consultatieronde bijvoorbeeld.
Er wordt een project uitgedacht of er wordt lokaal iets bedacht voor mensen in armoede en op het einde - als alles in kannen en kruiken is - komen ze even aftoetsen of alles oke is. Dan geef je nog feedback, maar vaak wordt daar niks meer mee gedaan omdat het al rond is. Dat vind ik dan een valse manier van participeren.
"Laagdrempelige ontmoetingsplaatsen moeten blijven voortbestaan"
Mensen in armoede missen vooral een aanpak die de structuren onderuithaalt die armoede veroorzaken of in stand houden. Zo goed als alle geïnterviewden komen uit een situatie van generatiearmoede en kijken over de generaties heen. Een waardig inkomen en een dak boven je hoofd voor iedereen warden heel vaak genoemd als mechanismen tot structurele verbetering van een armoedesituatie.
Het beleid zet stappen, maar is nu vooral bezig met kleine trajecten te subsidiëren. Het zijn eigenlijk allemaal pleisters op een open wonde. Die kleine projecten en 'bijpassingen' kosten het beleid en de maatschappij ook heel veel geld, maar structureel verandert dat niets. Als ik het zo bekijk, zouden ze beter de fundamenten aanpakken zodat er structureel iets verandert.
"Mensen in armoede missen een aanpak die de structuren onderuithaalt die armoede veroorzaken of in stand houden"
De hamvraag na dertig jaar beleidsparticipatie vanuit de Verenigingen Waar Armen het Woord Nemen is dus: 'Hebben we er genoeg van?'
Hebben mensen met armoede-ervaring er genoeg van om hun hebben en houden, hun diepste, meest vernederende uitsluitingservaringen te delen met beleidsmakers en hulpverleners? Om duidelijk te maken wat het met hen doet om een voedselpakket te krijgen in plaats van een menswaardige uitkering? Wat een ongezonde en te kleine woning doet voor de ontwikkelings- en leerkansen van opgroeiende kinderen? Hoe moeilijk het is om een duurzame job te vinden onderaan de ladder van de arbeidsmarkt?
We zijn toch wel al dertig jaar aan het zeggen wat er misgaat. Je begint je toch af te vragen of het wel zin heeft wat we zeggen als je na dertig jaar nog punten tegenkomt waar nu nog niks mee gebeurd is.
Tegelijkertijd lanceren zij een heel duidelijke oproep om de strijd tegen armoede te verbreden naar een strijd voor rechtvaardigheid en gelijkheid.
Pas op, wij geven de strijd voor rechtvaardigheid en gelijkheid niet op, he. Wij blijven op die nagel kloppen. Maar het is dus belangrijk dat iedereen armoede en de mensen die in armoede leven eens serieus gaat nemen.
3. Conclusie: We hebben er niet genoeg van
"Alleen vanuit partnerschap kunnen we rechtvaardigheid en gelijkheid realiseren voor iedereen"
Opgeven zit gelukkig niet in ons DNA en we roepen iedereen op om bondgenoot te worden. We durven te stellen dat we 'er niet genoeg van hebben', in de zin dat we niet genoeg participatieprocessen hebben opgezet. We stellen ons bijgevolg tot doel om nog meer in te zetten op dialoogprocessen met de brede samenleving. Want de uitdagingen zijn groot en talrijk. De laagste uitkeringen moeten worden opgetrokken tot boven de Europese armoedegrens. Er is nood aan inkomensversterkende maatregelen zoals investeringen in betaalbaar wonen, in sterkere sociale toeslagen in het Groeipakket, in het wegwerken van financiële en digitale drempels en de sluipende stijging van de schoolkosten. Er is nood aan stevige maatregelen om kwaliteitsvol werk met een waardig loon te garanderen. Een arbeidsmarkt waar jongeren, kortgeschoolden, alleenstaande ouders echt hun boterham kunnen verdienen zonder 'werkende armen' te blijven. Er is nood aan toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg met veralgemeende derdebetalersregeling bij de huisarts ...
Als er iets is waar dertig jaar participatie toe moet leiden dan is het wel partnerschap. Want alleen vanuit dat partnerschap kunnen we rechtvaardigheid en gelijkheid realiseren voor iedereen. Deze uitnodiging moet ons doen nadenken over hoe we het armoededebat in de toekomst verder willen voeren. Durven we uit onze eigen kokers te treden en te verbinden met andere groepen in de samenleving in een gemeenschappelijke strijd voor rechtvaardigheid ten bate van iedereen? Wij reiken alvast de hand.