‘Lokale binding’ stuurt sociale huurmarkt verkeerde kant op
Het is geen goed idee om kandidaten voor een sociale woning af te wegen op basis van de duur van hun verblijf in de gemeente. Dat hebben een aantal organisaties aan de kaak gesteld in een opiniestuk in De Standaard op 23/8/2021. Het opiniestuk wordt onderschreven door Samenlevingsopbouw Vlaanderen, SAM (Steunpunt Mens en Samenleving), ORBIT vzw, Welzijnszorg, Vlaams Huurdersplatform, VIVAS huurdersplatform, Vluchtelingenwerk Vlaanderen en Netwerk tegen Armoede.
Als het van de Vlaamse Regering afhangt, wordt het vanaf 2023 nog moeilijker voor kwetsbare mensen om een sociale woning te vinden. Het wijzigingsbesluit dat ze goedkeurde, maakt de weg vrij voor nieuwe voorrangsregels bij sociaal huren. Verschillende organisaties uitten daarover eerder al hun grote ongerustheid.
Het basisprobleem is een compleet gebrek aan sociale huisvesting. Door concurrentie te creëren tussen nieuwkomers en mensen in armoede los je dat probleem niet op.
Met de regel van lokale binding voor sociaal wonen zet je de sociale onrechtvaardigheid niet recht, integendeel. Het basisprobleem is een compleet gebrek aan sociale huisvesting. Door concurrentie te creëren tussen nieuwkomers en mensen in armoede los je dat probleem niet op.
Het wordt pijnlijk duidelijk hoe we een verkeerde discussie voeren. Criteria invoeren als die van de lokale binding zorgt niet voor oplossingen, maar creëert extra problemen. Dit kan hoogstens de druk op slachtoffers van het systeem verplaatsen van de ene naar de andere kwetsbare groep.
Het nieuwe toewijzingssysteem dreigt bovendien zo complex te worden, dat een kat er haar eigen jongen niet meer in terugvindt.