30-09-2022

Buitenschoolse Opvang en Activiteiten: meer dan ‘opvang’?

Terug

Het nieuwe decreet Buitenschoolse Opvang en Activiteiten (BOA) is ambitieus: het wil opvang geven aan ouders die een opleiding volgen of gaan werken, maar daarnaast ook álle kinderen ontplooiingskansen bieden. Naast de economische functie van kinderopvang (ouders de kans geven om te gaan werken of opleiding te volgen) vervult Buitenschoolse Opvang en Activiteiten dus ook een pedagogische en sociale functie. Hoge ambities, maar de middelen om deze te vervullen ontbreken. Buurtwerk ’t Lampeke, het Netwerk tegen Armoede en de Gezinsbond trekken daarom aan de alarmbel.

Op vrijdag 30 september organiseerden de Gezinsbond, het Netwerk tegen Armoede en Buurtwerk ‘t Lampeke een dialoogmoment rond de sociale functie die het decreet ambieert. Het uitgangspunt hiervoor is de inspiratienota die geschreven werd door het Netwerk tegen Armoede, de Gezinsbond, Levl en Demos: ‘BOA als sterke schakel van geïntegreerd lokaal beleid’. De hamvraag van de voormiddag luidde: "Hoe zorgen we ervoor dat de hervormde buitenschoolse opvang en activiteiten voor álle kinderen en gezinnen toegankelijk zullen zijn en dat dit een opstap kan zijn naar een gegarandeerde realisatie van de grondrechten?"

BOA als sterke schakel van geïntegreerd lokaal beleid

Lees hier de inspiratienota

“Om gezinnen in armoede dezelfde kansen te geven moet elk initiatief en elk lokaal netwerk werken aan haar toegankelijkheid voor alle kinderen - ook kinderen in armoede - en daar een visie op ontwikkelen. Waar mogelijk moeten initiatieven voor opvang en vrije tijd ingebed zijn in of intensief samenwerken met sterke buurt- of basiswerkingen, die vertrekken vanuit dit grondrechtenperspectief.”, aldus de organisatoren.

Volgens Caroline Vrijens, Vlaams Kinderrechtencommissaris, heeft buitenschoolse kinderopvang wel degelijk de potentie om heel wat kinderen in een kwetsbare context een fijne en stimulerende vrije tijd te bieden: “Daarnaast kan het een sleutelrol spelen in het bouwen aan kansrijke en betekenisvolle contacten van kinderen met hun omgeving en met voorzieningen die voor hen een verschil kunnen maken. Iets wat absoluut noodzakelijk is om kinderen tot hun rechten te laten komen.”.

Prof. dr. Michel Vandenbroeck, hoofddocent Gezinspedagogiek aan de Universiteit Gent, verwees daarnaast in zijn boodschap naar de lange geschiedenis waarin buitenschoolse opvang stiefmoederlijk behandeld is: “Het is tijd dat iedereen wat uit zijn eigen hokje stapt. Jeugdzorg, onderwijs, …, we kunnen niet meer zeggen ‘het is niet aan ons’. We moeten allemaal samen aan de slag.”

Vanaf 2026 zijn de lokale overheden volledig aan zet en moeten zij hun beleid voor buitenschoolse opvang vormgeven met een door de Vlaamse overheid bepaald budget. Ann Lobijn van VVSG verwoordde het tijdens een panelgesprek als volgt: “Wij zijn ons ervan bewust dat de randvoorwaarden niet overal en voldoende gerealiseerd zijn voor een degelijke uitrol van dit decreet. Wij staan wel achter de krachtlijnen van het decreet: meer samenwerking tussen sectoren en organisaties die allemaal betrokken zijn op het jonge kind en de regierol bij de lokale besturen. VVSG gelooft dat op basis van deze krachtlijnen een aanbod kan ontstaan dat een meerwaarde biedt aan ieder kind, elke ouder en de gemeenschap. Er is echter nog werk voor de boeg: belangrijke randvoorwaarden, zoals de financiering van lokale besturen, moeten beter.”

Het belang van een sterke buitenschoolse opvang werd ook onderstreept door verschillende getuigenissen vanuit de kinderwerking van Buurtwerk ‘t Lampeke. Zo gaf de zeventienjarige Kevyn bijvoorbeeld aan dat het voor hem aanvoelt als een tweede thuis: “Als kind had ik soms problemen met agressie op school. Ze deden op school hun best mij te helpen, maar dit lukte niet altijd. Ook in de buitenschoolse opvang hielp de begeleiding mij. Dat was een andere vibe, zeg maar. Ik weet echt niet hoe het anders zou zijn uitgedraaid. Ik heb hier mijn talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen en ben blij dat ik datgene dat zij me geleerd hebben, nu nog steeds toepas en dat ik me rustig kan houden in bepaalde situaties.”

De Gezinsbond, het Netwerk tegen Armoede en Buurtwerk ‘t Lampeke concluderen dat het met de huidige beperkte middelen een heikele klus wordt om voor ieder kind toegang tot buitenschoolse opvang en vrije tijd te garanderen. “De Europese Unie vraagt dit echter in haar Kindgarantiebeleid, zeker voor gezinnen in armoede. We willen dat Vlaanderen zijn ambities waarmaakt en dus middelen voorziet voor een gegarandeerde, betaalbare en kwaliteitsvolle opvangplek voor ieder kind. Daarnaast vragen we een sterke inspanning van lokale besturen en aanbieders om de voorgestelde ambities te realiseren”.

Volg ons


Blijf op de hoogte

Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief

Steun ons nu

Uw steun helpt mensen om een toekomst uit te bouwen en de strijd aan te binden met armoede en sociale uitsluiting. Help mensen in armoede zichzelf te helpen.

Steun ons
Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikersgemak te verbeteren.
Ik ga akkoord.  Lees meer.