09-12-2022

Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2022: armoede en migratie

Terug

Het Armoede-jaarboek is verschenen. Dat is een rapport die de armoedesituatie in België analyseert, maar ook dieper ingaat op de mechanismen die armoede en ongelijkheid creëren en in stand houden. Dit jaar was er een focus op de link tussen migratie en armoede. Wat zijn de verwachtingen en percepties van migranten over België? Welke grenzen stelt ons land aan migratie? Hoe gaan migranten, lokale besturen en organisaties met die grenzen om? Het zijn enkele van de vragen waarop dit boek een antwoord zoekt. Marie Sandra, vrijwilliger bij Kansenhuis Filet Divers, één van onze verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen, gaf een krachtig slotwoord.

1 op 8 Belgen is arm, luidt het in de conclusie van het jaarboek, maar daar zit meer achter: "In 2021 is het risico om in armoede te belanden gedaald ten opzichte van 2020. Dat komt omdat de armoederisiscogrens stabiel is gebleven. Dat zit zo: inkomens nemen doorgaans toe, en de inkomens bepalen de armoederisicogrens. Wanneer de inkomens stijgen, stijgt de grens mee. Maar tijdens de coronacrisis zijn de inkomens gedaald in plaats van gestegen. Die daling werd wel gecompenseerd door overheidssteun en zo is het totale inkomen dat de grens bepaalt, ongeveer gelijk gebleven. " wordt er geduid in een artikel van VRT NWS.

Marie Sandra, vrijwilliger bij Kansenhuis Filet Divers, nam bij de voorstelling van het jaarboek het slotwoord op zich op 9 december 2022. Hieronder staat haar sterke speech.

"Ik ben Marie Sandra. Ik kom uit Kameroen, waar ik als journaliste werkte. In Kameroen was ik hoogopgeleid. Ik ben moeten vluchten door de politieke situatie in mijn land. Ik was 26 jaar toen ik vluchtte en in België aankwam. Ik was dus meerderjarig, maar nog wel jong. Mijn hele vluchtverhaal is een traumatische gebeurtenis, het is een zware rugzak.

Toen ik hier in België aankwam, was ik een asielzoeker. Ik kreeg een beschermingsstatuut. Met dat woord op mij geplakt, dacht ik dat ik in België beschermd werd. Beschermd tegen armoede, tegen de politieke situatie van mijn land, tegen angsten, … Eigenlijk leerde ik pas doorheen de tijd dat het betekende dat ik hier mocht verblijven. Ik moest het leven ‘spelen’ binnen duidelijke limieten. Eigenlijk wilde het voor mij zeggen dat ik kansen zag, maar ze niet mocht nemen. Het wilde ook zeggen dat ik bepaalde kansen móest nemen, omdat iemand ze me gaf, al wilde ik ze niet.
Het betekende ook dat ik altijd werd aangesproken op mijn migratie en het trauma dat erbij hoort, niet op mijn potentieel of mijn sterktes.

Ik wilde zo snel mogelijk integreren in België. Ik vind dat belangrijk. In het asielcentrum leerde ik al spreken en schrijven. Binnen 3 maanden kon ik al een Nederlandstalig gesprek voeren. Ik ben hoogopgeleid, dus misschien daarom dat ik het gemakkelijk kon leren.

Daarom schreef ik me in voor een cursus journalistiek bij de VDAB. Ik werd niet geselecteerd omdat mijn Nederlands nog niet goed genoeg was. Dus studeerde ik verder…

Ik herinner me nog goed mijn OCMW-assistent. Zij kende mijn situatie. Toch werd ik door haar enkel aangesproken op mijn migratie-achtergrond. Dat heeft ze zelfs eens letterlijk gezegd. Ze wist dat ik heel graag wilde studeren. Ik wilde hier een diploma halen dat paste bij mijn diploma in Kameroen. Dit zou een ‘lange opleiding’ zijn. Ik wilde dit graag. Maar dat kon niet. Ik moest een kort traject doen, ik moest gaan poetsen. Ik had niet het gevoel dat dit een aanbod was, maar eerder iets wat je moest doen als je nieuw bent in België.

Ik deed een professionele poetsopleiding, die duurde 6 maanden. Daarna ben ik 2 jaar gaan poetsen via VDAB. Vervolgens deed ik vier jaar poetsen via dienstencheques. Ik kwam op bureaus en kantoren, in supermarkten en scholen én bij mensen thuis. Ik werkte héél hard, maar kreeg er weinig financiële vergoeding voor én moest de hele tijd iets doen wat ‘onder’ mijn kwalificaties lag. Ik weet dat ik meer kan dan poetsen. Ik heb dus 6,5 jaar gewerkt in een job die paste bij mijn migratie-achtergrond, niet bij mijn potentieel en kennis.

Ik zag ook dat heel veel mensen met migratie-achtergrond de opleiding van poetsen deden. Dit is wat je doet als je hier nieuw bent. Het is een ‘korte’ opleiding en je bent ‘onmiddellijk inzetbaar’. Het lijkt interessant voor de samenleving. Ik zie heel veel mensen in dezelfde situatie als ik. Mensen met trauma die nog meer stress krijgen doordat ze hier een job moeten doen die niet bij hen past. Hierdoor raken mensen niet geïntegreerd, want stress werkt zo verlammend dat ze de taal niet kunnen leren, de cultuur niet leren kennen, … Mensen worden er ziek van.

Tijdens dat ik overdag werkte, studeerde ik ’s nachts mijn Nederlands. Het was mijn droom om toch de opleiding journalistiek in België te mogen starten.

Hoe langer ik poetste, hoe depressiever ik werd. Ik had veel trauma meegenomen vanuit Kameroen. En in het land waar ik beschermd werd, zagen ze mij enkel als migrant. Ik had een slechte en ongezonde woning. Ik had geen auto of niets. Ik had ook het gevoel dat ik geen kansen had. Het voelde voor mij alsof ik zoveel tijd aan het verliezen was, waardoor ik enkel triestiger werd. Ik voelde ook dat ik door mijn depressieve gevoelens steeds moeilijker kon studeren. Mijn Nederlands werd niet beter.

Armoede noemt niet voor niets ‘kansarmoede’. Het wil zeggen dat je geen of minder kansen krijgt. Financieel, maar ook binnen je gezin, binnen je werk, op sociaal vlak, op digitaal vlak, welzijn … Noem maar op.

Omdat ik depressief was, zag ik zelf geen kansen meer. Toen ik nieuw was in België, zag ik ze nog wel. Maar toen mocht ik ze niet nemen. Nu was ik triestig en ziek en kansloos. Ik viel van mijn werk in ziekte-uitkering, waardoor ik nog minder verdiende en het leven nog moeilijk werd. Toch was er niemand die echt naar mij keek in zijn totaliteit. Er was niemand die over mijn armoede én mijn migratie sprak. Ik was altijd of het één, of het ander.

Dat is jammer genoeg ook wat ik in het jaarboek zie. Ik zie héél veel geschreven woorden over waarom mensen migreren, of wat het is om als migrant in een ‘dominante cultuur’ terecht te komen, ik hoorde voor de pauze veel woorden over internationale solidariteit.

En die woorden zijn niet ‘onwaar’. Maar ik miste deze voormiddag en in het jaarboek mezelf. Je kan me niet ontkoppelen. Ik ben iemand met én een migratieverhaal én een armoedeverhaal. Die twee kleven aan elkaar en zijn heel vaak niet van elkaar te onderscheiden. Ze beïnvloeden elkaar, tot op vandaag."

Jill Coene, eindredacteur van het Armoede-jaarboek, gaf een interview in De Ochtend van Radio 1 (op de vraag "Komt de juiste hulp bij iedereen terecht?"): "Nee, dat zou ik niet durven zeggen. We zien dat bepaalde uitkeringen in dit land zoals het leefloon of de verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorgen, komen niet altijd terecht bij wie het effectief nodig heeft. Er is een grote non-take-up. Men zou meer dan vandaag het geval is, moeten inzetten op het automatisch toekennen van rechten. Ook om te voorkomen dat mensen zelf de stap moeten zetten om een aanvraag in te dienen. "
Automatische rechtentoekenning is ook iets dat het Netwerk tegen Armoede sterk aanbeveelt.

Risico om in armoede te belanden is uitzonderlijk gedaald door coronasteun: 1 op de 8 Belgen is arm

Lees het artikel

1 op de 8 Belgen leeft in armoede.

Beluister het interview

Volg ons


Blijf op de hoogte

Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief

Steun ons nu

Uw steun helpt mensen om een toekomst uit te bouwen en de strijd aan te binden met armoede en sociale uitsluiting. Help mensen in armoede zichzelf te helpen.

Steun ons
Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikersgemak te verbeteren.
Ik ga akkoord.  Lees meer.