Organisaties tegen overmatige schulden en armoede over nieuwe wet Schulden van de consument
De nieuwe wet ‘Schulden van de consument’ is een stap in de goede richting, zeggen vier organisaties die strijden tegen overmatige schulden en armoede. Maar om de schuldenindustrie werkelijk aan banden te leggen, zijn bijkomende structurele hervormingen essentieel.
Een kleine oorspronkelijke schuld kan vandaag snel oplopen door de kosten die ondernemingen en hun incassobureaus, deurwaarders en advocaten aanrekenen bij een eenvoudige betalingsachterstand: de zogenaamde minnelijke invorderingskosten. Kwetsbare consumenten komen daardoor in een schuldenspiraal terecht. Door de invoeging van een boek XIX ‘Schulden van de consument’ in het Wetboek van economisch recht wil de federale regering consumenten beter beschermen. De vier organisaties vinden het positief dat de nieuwe wet een aantal verhogingen van schulden voor de consument aanpakt:
- Bij een late betaling moet de eerste herinnering voortaan gratis verstuurd worden.
- Na die herinnering krijgt de consument veertien dagen om te betalen voor er extra schadevergoeding opgelegd kan worden.
- En die extra kosten worden wettelijk geplafonneerd.
‘Nog onvoldoende bescherming van de consumenten’
Maar dat volstaat niet om de consumentenbescherming in de praktijk te garanderen en de minnelijke invorderingskosten te beperken, zeggen de betrokken organisaties. Drie zaken zijn hen nog een doorn in het oog:
- De plafonds voor de schadevergoeding bij laattijdige betalingen zijn meestal te hoog (niet in verhouding tot reële minnelijke invorderingskosten). De berekeningswijze van de plafonds is ook niet transparant en onduidelijk voor de burger.
- Tot nu toe bevatte de wet een lijst met gedragingen die verboden zijn bij de minnelijke invordering. Die lijst is in de nieuwe wet niet meer terug te vinden. Een voorbeeld: de invorderaar mag van een schuldenaar niet eisen dat hij een schuldbekentenis ondertekent, en hij mag ook diens buren niet ondervragen. De lijst biedt dus een belangrijke bescherming tegen gedragingen die het privéleven en de waardigheid van de consument schenden of die de consument kunnen misleiden. Ze wordt niet meer door de wet direct kenbaar gemaakt aan de burgers.
- Incassobureaus lopen weliswaar het risico dat hun registratie geschrapt wordt wanneer ze de wet overtreden. Maar dat geldt niet voor andere invorderaars, zoals advocaten en deurwaarders.
Wel positief in de nieuwe wet is voor de vier organisaties dat alle minnelijke invorderaars (dus niet alleen incassobureaus maar ook deurwaarders en advocaten) voortaan onder de controle vallen van de FOD Economie. Dat zorgt voor een gelijke behandeling van de verschillende beroepen. Een andere verbetering is dat elke minnelijke invordering tijdelijk wordt opgeschort wanneer een erkende dienst voor schuldbemiddeling tussenkomt om een persoon te helpen zijn schulden af te betalen.
Meer nodig dan ‘lapjeswerk’
Om overmatige schulden en de schuldenindustrie bij de wortel aan te pakken is een bredere, transversale visie cruciaal, vinden de vier organisaties. Een visie die meer is dan lapjeswerk en die dus de fragmentarische oplossingen overstijgt. Ze roepen de regering op tot een effectieve aanpak met een aantal structurele hervormingen tegelijkertijd:
- Naast de minnelijke invordering moet ook de gerechtelijke invordering worden hervormd. Sommige deurwaarders leggen bij inbeslagnames buitensporige kosten en druk op. Dat moet aan banden worden gelegd. Oók in het belang van de schuldeisers, want zij lopen door die praktijken het risico dat de aanvankelijke schuld niet meer terugbetaald kan worden.
- De collectieve schuldenregeling (de gerechtelijke procedure voor structurele schuldproblemen) moet dringend hervormd worden zodat ze doet waarvoor ze bedoeld is: mensen met een overmatige schuldlast een menswaardig bestaan geven tijdens de procedure terwijl ze hun schulden zoveel mogelijk aflossen.
- Voor de minnelijke schuldbemiddeling is er dringend wetgeving nodig die haar de geloofwaardigheid teruggeeft die ze verdient: als een doeltreffend en goedkoop alternatief voor de collectieve schuldenregeling, dat de menselijke waardigheid van de schuldenaars eerbiedigt.
Ondertekenaars:
- Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Observatoire du Crédit et de l’Endettement (OCE)
- Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN)
- SAM, steunpunt Mens en Samenleving
Ook het Netwerk tegen Armoede volgt deze aanbevelingen.