Taalachterstand koalatest: Geef een podium aan experts
De taalachterstand van onze kleuters blijft de gemoederen beroeren. Uit de koala-taalscreening blijkt dat 14% van de kleuters nood heeft aan extra taalondersteuning en 4% aan een intensieve begeleiding. Die cijfers zijn niet nieuw. Vorig jaar, bij de eerste afname van deze test, bleek dat 15% van de kleuters een taalachterstand voor Nederlands had. Uit de resultaten blijkt dat er grote regionale verschillen zijn, waarbij regio’s met een hoger armoedecijfer (zoals Antwerpen) slechter scoren op deze test.
Er wordt met de vinger gewezen naar wie de schuldige zou zijn: de ouders, de scholen of de maatschappij. Met het Netwerk tegen Armoede opteren we ervoor om een podium te geven aan experten die met positieve oplossingen komen. Er zijn inspirerende voorbeelden door onze eigen verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen.
Kris Van den Branden, ontwerper van de koalatest, legt de vinger op de wonde: één-op-één de link leggen tussen thuis geen Nederlands praten en slecht(er) scoren op de test is niet correct. Hij benadrukt het belang van investeren in de competentie van leerkrachten zodat zij krachtiger taalonderwijs kunnen bieden.
Vereniging waar mensen in armoede het woord nemen Recht-Op in Antwerpen bracht onlangs een artikel uit dat vertrekt vanuit een positief partnerschap tussen ouders en school als noodzaak om tot gelijke onderwijskansen te komen.
Verschillende verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen, zoals Vrienden van het Huizeke in Brussel en Vierdewereldgroep Mensen voor Mensen in Aalst, zetten in op schoolpoortwerking/brugfiguren om de kloof tussen gezinnen in armoede en de school te verkleinen.
Onderwijsspecialist dr. Dirk Van Damme geeft aan dat hij de taalproblematiek zeer belangrijk vindt, maar dat het financieel straffen van ouders er niet voor zal zorgen dat deze problematiek verholpen wordt. Hij verwijst naar het ontstaan van de koala-test om deze problematiek op te sporen en door remediëring deze taalachterstand in te halen.
Ook prof. dr. Michel Vandenbroeck doet tot slot een oproep om het curriculum van kleuters aan te passen aan de realiteit van meertalige kinderen en te kijken naar het aantal leerlingen in de klas. Hij maakt de vergelijking met Duitsland, Ierland en Nederland, waar gemiddeld 8 kinderen in een klas zitten, ten opzicht van 20, 25 of meer in Vlaanderen.
Ook professor in de pedagogische wetenschappen Organ Agirdag toont aan dat de simpele redenering van thuistaal Nederlands niet opgaat. Hij verwijst naar good practices van scholen met uitsluitend anderstalige leerlingen die wel goede resultaten hebben en vraagt om scholen te ondersteunen zodat dit overal gerealiseerd kan worden.
Wat deze inzichten en initiatieven gemeen hebben, is dat ze pleiten voor een en-enverhaal. Het taalprobleem is niet op te lossen met sancties voor de ouders, maar wel met drempelverlagende initiatieven en maatregelen die de band tussen school en ouders versterken. Daarnaast is het belangrijk om de leerkrachten de ruimte en kennis te geven om zich toe te leggen op het belang van taal. Laat die eenzame beschuldigende vinger een open hand worden waar we allen samenwerken aan gelijke-onderwijskansen.