Armoedebarometer 2024
Armoede in Vlaanderen stabiliseert 3e jaar op rij. Gericht armoedebeleid kan werken, maar moet versterkt verder gezet worden. Tegelijk dringen fundamentele beleidskeuzes zich op.
Decenniumdoelen analyseert elk jaar de armoedecijfers. Veldwerkers, armoedeverenigingen, vrijwilligers van de voedselbanken en mensen in armoede vullen de cijfers aan met verhalen over het leven in armoedesituaties. Vandaag staan we voor een cruciale keuze. Een keuze voor meer of minder gelijkheid, voor meer of minder armoede, voor de erkenning van sociale grondrechten. De nasleep van corona, de energiecrisis, de sociale en economische onzekerheid en de klimaatcrisis verplichten de samenleving te kiezen voor solidariteit en herverdeling, als de enige juiste antwoorden voor een leefbare samenleving. Met deze 17e Armoedebarometer geeft Decenniumdoelen een actualisatie van de armoedecijfers en presenteert ook “twaalf werken voor een moedig beleid” in aanloop van de verkiezingen in juni.
Voorzitter Anne Van Lancker van Decenniumdoelen reageerde in het ochtendnieuws op Radio 1: "1 miljoen mensen in Vlaanderen in armoede of op de rand van armoede is te veel. Wie beleid wil voeren om armoede uit te roeien, moet moedige keuzes maken op verschillende domeinen."
Ervaringsdeskundige Cindy Van Geldorp van het Netwerk tegen Armoede tijdens de persconferentie van Decenniumdoelen: “De armoedecijfers, en dan vooral de kinderarmoedecijfers (12,8%), in Vlaanderen blijven hardnekkig stabiel. Maar bepaalde groepen mensen lopen een groter risico op armoede, zoals alleenstaande ouders, en dan vooral alleenstaande moeders. We krijgen signalen dat de sociale toeslag in het Groeipakket nog onvoldoende is om de kosten voor de kinderen te dekken, zoals voor voeding, kledij en de school. Daarom zou die sociale toeslag omhoog moeten. Het Groeipakket zou moeten gekoppeld wordt aan de inflatie, zodat de kinderbijslag mee stijgt als het leven duurder wordt."
Verhoging van mimimumlonen alleen is niet voldoende
Voor het derde jaar op rij stagneert het Vlaams armoedecijfer op 7,8%. Voor België zien we een daling van het armoederisico op een jaar tijd van 13,2% naar 12,3%, ondanks het feit dat de armoededrempel is gestegen door de inflatie. Voor Vlaanderen geldt echter de wet van de ‘remmende voorsprong’. Eens je een bepaald (laag) niveau hebt bereikt is het moeilijk om met verhogingen van de minima alleen nog veel effect te ressorteren. Wel zien we in Vlaanderen een opvallend sterke daling van de armoedekloof: van 18,2% in 2022 naar 12,2% in 2023. De inkomens van mensen onder de armoededrempel zijn dus verbeterd in vergelijking met de jaren ervoor.
Gerichte overheidsmaatregelen hebben hun effect
Voor Decenniumdoelen is het duidelijk dat de omvangrijke overheidsmaatregelen zoals het optrekken van de sociale minima in de bijstand, de werkloosheid en de inkomensvervangende tegemoetkoming voor mensen met een handicap, de verhoging van de pensioenen en het minimumloon, maar ook enkele gerichte steunmaatregelen, zoals het sociaal energietarief, de derdebetalersregeling en de maximumfactuur in de gezondheidzorg, hebben gezorgd voor een stabilisering van de armoede in Vlaanderen en een lichte daling in België. Toch leven in Vlaanderen nog altijd zo’n 520.000 mensen in armoede en flirt 8% van de bevolking (meer dan een half miljoen) met de armoedegrens. Om vooruitgang te boeken en de Europese armoededoelstellingen te halen zijn dus aangehouden en versterkte inspanningen nodig. Daarnaast zijn specifieke en gerichte beleidsmaatregelen noodzakelijk zijn om de ‘sociale rechten’ te waarborgen.
Drempels in sociale dienstverlening brengen deelname aan samenleving in het gedrang
Zo wordt sociale dienstverlening (kinderopvang, mobiliteit, sociale huisvesting,…) steeds moeilijker toegankelijk, vooral voor mensen in de meest kwetsbare situaties (door strengere voorwaarden, beperkt aanbod, digitalisering,…), waardoor hun deelname aan de samenleving in het gedrang komt. Daarnaast is het leven, vooral voor mensen met een laag inkomen, erg duur geworden (stijging huurprijzen, voedingsprijzen,…).
Foodbanks registreerde in totaal bijna 214.000 mensen die in 2023 één van de lokale Voedselbanken bezochten, een stijging met 2% ten opzichte van 2022. In 2023 zijn nog nooit zoveel mensen aan het werk geweest. Maar tegelijk is het armoederisico bij werkenden met een laag inkomen gestegen. Toeleiding naar jobs met lage lonen en minder goede arbeidsvoorwaarden kan dus leiden tot meer armoede.
Armoedebeleid moet gericht inzetten op verschillende domeinen
Beleid dat radicaal wil inzetten op het uitroeien van armoede moet dan ook op diverse levensdomeinen tegelijk moedige keuzes durven maken (inkomen, werk, gezondheid, onderwijs, wonen en samenleven) met specifieke en gerichte maatregelen voor mensen met een laag inkomen.
Armoedebeleid mag ook niet los gezien worden van andere grote maatschappelijk uitdagingen (klimaat, ongelijkheid, democratie,…). Klimaatmaatregelen mogen niet langer afgeremd worden, maar moeten vooral ook sociaal zijn, zodat ook de lage inkomensgroepen effectief worden meegenomen. De ongelijkheid moet aangepakt worden, waarbij steeds meer mensen in een situatie van economische onzekerheid belanden, terwijl een kleine groep rijken buitenproportionele winsten boekt. Het debat over eerlijk fiscaliteit mag niet langer taboe zijn om de ongelijkheid én de armoede te strijden.
12 werken voor een moedig beleid
- Alle sociale minima (vervangingsinkomens en bijstandsuitkeringen) boven de Europese armoedegrens tillen.
- De koppeling van het Groeipakket aan de levensduurte, door ‘automatische volledige indexering’ en een gerichte verhoging van de sociale toeslagen.
- De afschaffing van de verplichte gemeenschapsdienst in het kader van een humaan activeringsbeleid met o.m. laagdrempelige toegang tot de arbeidsmarkt.
- Meer investeringen in de sociale economie met minstens 10.000 plaatsen extra en een nieuw groeipad voor ‘klimaatjobs’.
- Een sterke solidaire verplichte ziekteverzekering met een groeinorm voor de financiering van minstens 3%
- Verdere verfijning van het systeem van de maximumfactuur en een bredere en veralgemeende toepassing van de derdebetalersregeling.
- Invoering maximumfactuur in het secundair onderwijs en maatregelen om de kosten in het basisonderwijs effectief te doen dalen.
- Een verhoging en versnelling van de investeringen in sociale huisvesting met 14% (20% in stedelijk context) als bindende beleidsdoelstelling in 2035, met specifieke aandacht voor energie-efficiëntie.
- Verhoging van de kwaliteit en de energie-efficiëntie van de sociale en private huurwoningen met doorgedreven renovatieprogramma’s. Maximale inzet van hernieuwbare energie en energiezuinige toestellen.
- Uitbreiding en automatische toekenning van het sociaal energietarief voor de 20% laagste inkomens en een getrapt systeem voor de groep uit de derde inkomensdeciel, zodat zij niet langer uit de boot vallen.
- Verlaging van de drempels voor en automatische toekennen van de huurpremie voor iedereen die 1 jaar op de wachtlijst staat.
- Positieve acties voor meer gelijke kansen en juridische praktijktesten om discriminatie op de arbeid -en woonmarkt terug te dringen.