Gratis schoolmaaltijden zijn onvoldoende hefboom in strijd tegen armoede
Onderwijs kan een belangrijke hefboom zijn om de armoedecirkel te doorbreken. Schoolteams kunnen namelijk echt het verschil maken voor gezinnen in armoede. Leerkrachten en schooladministraties vangen enorm veel signalen op, bijvoorbeeld onbetaalde schoolfacturen, steeds dezelfde leerlingen die niet mee op uitstap gaan of zonder boeken in de klas zitten en huiswerk dat niet gemaakt wordt. Een van de vele signalen die schoolteams opvangen zijn ongezonde lunchboxen op school. Het Netwerk tegen Armoede is van oordeel dat het belangrijk is na te gaan wat er achter de signalen zit. Er gaat namelijk al heel veel aan vooraf vooraleer een ouder de schoolrekening niet betaalt of zijn/haar kind met ongezonde voeding naar school laat gaan.
De mogelijkheid tot maaltijden op school biedt een belangrijke kans binnen het algemeen welzijnsbeleid. De positieve effecten voor gezinnen mogen niet onderschat worden, maar de randvoorwaarden ook niet. Maaltijden op school mogen echter niet herleid worden tot armoedebeleid. Daarvoor zijn er structurele maatregelen nodig die gezinnen in staat stellen de armoedecirkel te doorbreken. De 24 speerpunten uit ons memorandum bieden hiertoe een goede start.
Waarom dit standpunt?
Het politieke discours verengde de voorbije jaren van armoede naar kinderarmoede. Binnen armoedebestrijding wordt de strijd tegen kinderarmoede dan ook als topprioriteit gezien.
Dit is geen toeval. Vlaanderen volgt hierin Europa, waarbij de Europese Kindgarantie de nadruk legt op het bestrijden van kinderarmoede. Tegen 2030 wil de Europese Unie het aantal kinderen dat in armoede opgroeit, doen dalen met 5 miljoen kinderen. Ze wil dit doel behalen via de Europese Kindgarantie, die op 14 juni 2021 werd aangenomen. De Kindgarantie wil kinderen in armoede effectieve toegang geven tot:
- gratis kinderopvang
- gratis gezondheidszorg
- gepaste huisvesting
- gezonde voeding
- gratis onderwijs, inclusief schoolactiviteiten en minstens één gezonde maaltijd per schooldag
Kort daarna trok fotografe Lieve Blancquaert naar enkele Gentse scholen waar ze brooddozen fotografeerde. De beelden hiervan gingen rond en staan nog steeds in ieders geheugen gegrift. Op de foto’s zijn enkele brooddozen met boterhammen te zien - al dan niet met wat extra groenten - maar ook koffiekoeken, een broodje, een koek of een doos met chips. De media sprongen erop, enkele scholen gaven aan dat zij brood uitdelen aan kinderen die geen, weinig of ongezond eten bij hebben. Weldoeners en lokale besturen lazen dit en begonnen zo snel mogelijk met projecten tegen lege brooddozen. Niet altijd even correcte cijfergegevens versterkten het idee van de ‘legebrooddozenproblematiek’.
Het publiek en het politiek debat voedden elkaar. Praten over armoede werd praten over kinderarmoede en verzandde ultiem in een debat over zogenaamde lege brooddozen. Armoedebestrijding werd gelijkgesteld aan brooddozen vullen. Er waren hierover afgelopen legislatuur verschillende debatten in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement en in de commissie Onderwijs. Politieke partijen dienden conceptnota’s en resoluties in rond maaltijden op school om de lege brooddozen te bestrijden en armoede aan te pakken. Het Netwerk tegen Armoede hekelde in een reactie in op de plenaire vergadering in ‘Het gesprek’ op Vlaamsparlement.tv ook het feit dat een vergadering over gelijke onderwijskansen en onderwijskwaliteit gereduceerd werden tot lege brooddozen.
Het Netwerk tegen Armoede mist in dit debat niet enkel wetenschappelijke evidentie, maar vooral ook de stem van gezinnen in armoede zelf. We brachten ervaringsdeskundigen uit verschillende verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen samen om tot dit standpunt te komen. Want een armoedebeleid maak je mét mensen in armoede, niet over hen.
Onderzoek
6% van de Vlaamse bevolking leeft in materiële en sociale deprivatie, en 3,4% zelfs in ernstige deprivatie. Hiervoor moeten respondenten aangeven of ze al dan niet in de mogelijkheid zijn om tijdig betalingen te kunnen doen, de woning te verwarmen, versleten kledij te vervangen … In Vlaanderen is 1,4% niet in staat om minstens om de twee dagen vlees, kip of vis te eten (ten opzichte van bijvoorbeeld 12,3% die geen onverwachte uitgave kan betalen). Dat toont dat ook gezinnen in armoede aan voeding zouden geraken en geeft een indicatie dat lege brooddozen een uitzondering zijn.
Een onderzoeksteam van HOGENT en KU Leuven onderzocht twee jaar lang de impact van gezonde en betaalbare maaltijden op 8 kleuterscholen. Ze concluderen dat het project 'LEkker(s) op school' helpt in de strijd tegen kansarmoede en een positieve impact heeft op eetpatronen en aanwezigheden op school. Zij merkten dat selectieve kortingen het minst goed scoorden. Ook bij een automatische toekenning blijven de positieve effecten beperkter dan bij een algemeen aanbod. (Quasi)-gratis warme maaltijden voor iedereen scoren hoog inzake armoedebestrijding en pedagogische effecten, maar zijn duurder. Brooddoosverrijking met groenten en fruit of soep verhoogt de aanwezigheid van leerlingen op school zonder een hoge kostprijs. De onderzoekers bevelen brooddoosverrijking aan in sociaal gemengde scholen en (quasi-)gratis warme maaltijden in scholen met een hoge concentratie van armoede.
UGent en het Vlaams Instituut Gezond Leven voerden in 2023 een onderzoek naar de inhoud van brooddozen en de toegankelijkheid van schoollunches. De eindconclusie van het onderzoek is dat leerlingen heel weinig tot geen lege brooddozen mee naar school nemen, maar eerder wat naar maatschappelijke normen als ongezond ervaren wordt.
Volgens het onderzoek zijn mensen in armoede niet altijd vragende partij voor gratis schoolmaaltijden. Ze zouden liever zien dat er ingezet wordt op een structurele aanpak van armoede om zo zelf te kunnen betalen voor een schoolmaaltijd. Een prijs tussen 1 en 3 euro zou betaalbaar zijn. Daarnaast zien de onderzoekers dat scholen nood hebben aan ondersteuning bij het uitwerken van een beleid rond voedsel en hoe dit past binnen een ruimer armoedebeleid. Ze concluderen dat maaltijden voor iedereen ervoor kunnen zorgen dat iedereen toegang heeft tot een goede maaltijd, maar dat er grote financiële en infrastructurele drempels zijn.
De stem van mensen in armoede
Iedere ouder is een betrokken ouder. Iedere ouder wil het beste voor zijn of haar kind. Ouders in armoede zorgen ervoor dat eerst hun kinderen eten hebben vooraleer ze zichzelf bedienen. Ze bewegen hemel en aarde om hun kinderen gevarieerd en gezond te laten eten, maar botsen op limieten van het systeem en hun portemonnee.
“Dat ik geen eten heb, ok, maar mijn kinderen moeten eten hebben. En dan bedoel ik eten, geen chips zoals je vaak op foto’s van brooddozen ziet, want dat is een snack. Rond de 24e van de maand wordt het moeilijk. Ik zorg dat mijn rekeningen betaald zijn en ga dan pas winkelen. Veel kan ik dan niet meer kopen waardoor ik zelf vaak gewoon koffie drink en niet eet, maar de kinderen hebben hun eten.”
“Ik ga naar de voedselbank. Wat in de brooddoos van mijn kinderen zit, is dus afhankelijk van wat ik daar krijg. Op een gegeven moment ben ik het op school moeten gaan uitleggen waarom mijn kinderen zo vaak choco tussen hun boterhammen hebben.”
“Ik zou mijn kind eerder thuis houden dan het zonder eten naar school te sturen."
“We zien dat er vaak wel gevulde brooddozen zijn, maar dat de school het niet gezond genoeg of raar vindt.” (een themawerker Onderwijs)
“Ik zie maaltijden op school niet als een meerwaarde. Wij eten ‘s avonds als gezin samen.”
“Voor mij zou het goed zijn als mijn kinderen op school warm zouden kunnen eten. Dan ben ik zeker dat zij een warme maaltijd gehad hebben, tenminste op de dagen dat ze naar school gaan.”
“Wij bereiden graag maaltijden vanuit ons thuisland en onze cultuur. Dat zou niet het geval zijn op school.”
“Op school betaal je 1 euro per kind voor middagtoezicht zodat mijn kind zijn eigen eten zou mogen opeten op school. Dat is duur. Daarom komt mijn kind naar huis.”
“Het moet geen driegangenmaaltijd zijn, hé. Soep in de winter, koude groentjes in de zomer. Gezond en vers, dat is belangrijk.”
“Er zijn toch zoveel voedseloverschotten. Lokale boeren kunnen toch hun overschotten van fruit naar de scholen brengen? Vrijwilligers kunnen dat toch wassen en snijden? Dat kan dan uitgedeeld worden buiten de middagpauze. Dan moet je niet opeens wel dat middagtoezicht gaan betalen.”
“Mijn kind eet ‘s middags thuis. Groenten, kip … iets gezond. Dat boterhammen zogezegd gezond zouden zijn, dat geloof ik niet.”
“We zien projecten rond gratis maaltijden op school die hun doel missen omwille van de kostprijs van het middagtoezicht. Ouders die dit niet kunnen betalen, laten hun kinderen nog steeds ‘s middags naar huis gaan. Deze kinderen missen daardoor de gratis maaltijd. Dat kan toch ook niet de bedoeling zijn?” (een themawerker Onderwijs)
“We kregen eens een algemene brief van school dat we ons kind enkel gezonde tussendoortjes mogen meegeven, zoals fruit, dus geen koeken. Maar bij de voedselbank kan je niet kiezen hé, je moet accepteren wat je krijgt.”
“Er is schaamte. Scholen zijn niet altijd op de hoogte omdat ouders er niet voor durven uitkomen. De school van mijn kinderen weet ook niet dat wij in armoede leven. Omdat ik het niet zeg. Aan hun kleren zal de juf het ook niet zien, maar zij weet niet dat die gratis gekregen zijn.”
“Het is moeilijk. Er zijn ook zoveel richtlijnen. Rond het eten op zich, dat moet gezond zijn. Maar ook over hoe je het eten meegeeft. Dat moet in doosjes zitten, want er mag geen afval zijn. Niet enkel het eten moet je kunnen betalen, die doosjes kosten ook veel geld.”
“Ik heb op school verteld dat wij in armoede leven. Het was moeilijk, maar ik heb het gedaan. De school reageerde goed. Maar niet iedereen durft dat zeggen.”
“Scholen zien signalen. Ze zouden vanuit een zorgende houding kunnen reageren, maar vaak wordt er enkel een oordeel geveld en wordt er verder niets mee gedaan.” (een themawerker Onderwijs)
“Gratis maaltijden op school? Zouden ze dat geld niet beter ergens anders in investeren, zoals een maximumfactuur in het secundair onderwijs?”
“In een systeem waarbij ouders kunnen kiezen of ze meer, minder of niets betalen voor een maaltijd, zou ik waarschijnlijk wel betalen.”
“Ik zou me in hele rare bochten wringen om maar niet te moeten aangeven dat ik het niet kan betalen.”
“Ik wil gerust betalen, maar het moet ook haalbaar zijn. Thuis kook je toch ook niet voor 5 euro per persoon?”
“Kinderen zouden gratis moeten kunnen eten op school.”
“Bij mijn kind op school wordt er op woensdag fruit uitgedeeld, natuurlijk betalend. Dat zou gratis moeten zijn.”
“Gratis maaltijden voor iedereen, dat vind ik moeilijk. Ik zou liever hebben dat het geld terechtkomt bij mensen die het nodig hebben. Zowel scholen als belastingsdiensten hebben veel informatie, ze kunnen dat toch gebruiken?”
“Gratis maaltijden voor iedereen is moeilijk als je ziet hoeveel kosten het met zich meebrengt.”
Ons standpunt over maaltijden op school
Kinderen groeien op in de context van een gezin. Daarom spreken we liever over gezinsarmoede dan over kinderarmoede. Zijn maaltijden op school een ondersteuning voor gezinnen in armoede? Ja. Wanneer beleidsmakers echter denken dat ze armoede kunnen oplossen door gratis maaltijden aan te bieden, vergissen ze zich. Kinderen en hun gezin hebben een menswaardig inkomen nodig en een goede woning en leefomgeving waar kinderen kunnen spelen, leren en ontwikkelen.
Maaltijden op school bieden zeker kansen. Kinderen leren over gezonde voeding. Ze leren over duurzaamheid en leren nieuwe producten kennen. Het biedt ondersteuning, ook aan ouders. Die moeten zich ‘s ochtends niet in bochten wringen om een gezonde lunch te voorzien en ze leren via hun kinderen ook nieuwe voedselproducten kennen. Maar het is geen armoedebeleid, en al zeker niet structureel.
Lege en ongezonde brooddozen zijn namelijk een signaal waarachter veel meer schuilt. Armoede is een financieel tekort dat zorgt voor een web van sociale uitsluiting in alle levensdomeinen. Het Netwerk tegen Armoede pleit dan ook voor structurele veranderingen die het onderliggende probleem aanpakken.
Beschouw ouders en school als evenwaardige partners in het onderwijs
In het onderwijs is het belangrijk om ouders te betrekken wanneer signalen opgevangen worden. Communicatie is het sleutelwoord. Doordat het merendeel van de leerkrachten opgegroeid is in een middenklassegezin veronderstellen ze vaak dat ouders bijvoorbeeld niet geïnteresseerd zijn, geen kennis hebben over gezonde voeding of zich niet aan afspraken houden (zoals aparte doosjes voor fruit, boterhammen en namiddagsnack). Vaak zijn er andere redenen. Het Netwerk tegen Armoede pleit dan ook voor een hervorming van de lerarenopleiding en een stevige aanvangsbegeleiding en vorming voor (startende) personeelsleden in het onderwijs. Zo krijgen zij inzicht in armoede en leren hier sensitief naar handelen.
Brugfiguren spelen een belangrijke rol in het verkleinen van de kloof tussen onderwijs en welzijn. Jammer genoeg blijft het momenteel gaan over een beperkt aantal projecten. Dit zou over heel Vlaanderen structureel uitgebouwd moeten worden.
Beperk schoolkosten in het onderwijs
Scholen zijn op zoek naar handvaten om schoolkosten te beperken en zo ons onderwijs voor iedereen betaalbaar en toegankelijk te houden. Jammer genoeg zien zij dikwijls geen alternatief, waardoor kosten doorgerekend worden aan ouders, zoals de kosten voor middagtoezichten. Het is aan de overheid om scholen hierin te ondersteunen en hen begeleiding te bieden.
Een maximumfactuur in het secundair onderwijs en een tijdig betaalde, kostendekkende schooltoeslag zijn aanbevelingen op Vlaams niveau die ervoor zorgen dat de schoolfactuur behapbaar blijft voor gezinnen in armoede. Door de laagste inkomens en uitkeringen te verhogen tot boven de Europese armoedegrens kan ook het federale niveau ervoor zorgen dat ouders een inkomen hebben dat hun in staat stelt hun kinderen gezonde en gevarieerde maaltijden te bieden. Zo worden gezinnen ondersteund en krijgen ouders financiële en mentale ruimte om stappen vooruit te zetten.
Laat elke leerling het schooljaar starten met de nodige leermiddelen
Om echt voor gelijke onderwijskansen te strijden, is het belangrijk dat iedere leerling op 1 september met het nodige schoolmateriaal in de klas zit. Leerlingen die schoolboeken, een laptop, gespecialiseerd materiaal voor hun opleiding en dergelijke moeten missen, hinken vanaf de eerste schooldag achterop. Daarom moet er een verbod komen op zwarte lijsten bij boekenleveranciers, moeten schoolfacturen op maat gespreid betaald kunnen worden zonder meerkost en moeten incassobureaus geband worden in ons onderwijs.
Wat dan met maaltijden op school?
Reeds in maart 2022 berichtte het Netwerk tegen Armoede over het grote aantal scholen dat na corona koos voor een definitieve stop van het aanbieden van warme schoolmaaltijden. Wij stelden toen al vast dat er een grote nood was aan betaalbare, gezonde voeding op school. Deze nood is er niet enkel bij gezinnen in armoede maar evenzeer bij gezinnen met voltijds werkende ouders.
Het Netwerk tegen Armoede is voorstander van (warme) schoolmaaltijden die voor iedereen beschikbaar zijn. Aparte, stigmatiserende regelingen voor kinderen die opgroeien in armoede zouden averechts werken. Om ieder kind te kunnen bereiken, moet er ook nagedacht worden over de zogenaamde boterhammentaks, de kostprijs voor middagtoezichten. Een van de mogelijke opties voor gezinnen in armoede om de schoolfactuur te drukken is namelijk om kinderen ‘s middags niet op school te laten blijven.
De maaltijden moeten gezond en gevarieerd zijn. Soep, fruit en groenten staan centraal.
Deze maaltijden moeten niet voor iedereen gratis zijn. Belangrijk is de betaalbaarheid voor gezinnen in armoede en het feit dat het niet stigmatiserend mag zijn. Dat kan door bijvoorbeeld het tarief voor de maaltijd te koppelen aan een verhoogde tegemoetkoming of het kansentarief in de UiTpas.
Duurzaamheid en betaalbaarheid kunnen daarbij hand in hand gaan. Een samenwerking met lokale boeren kan ervoor zorgen dat voedseloverschotten verwerkt worden tot bijvoorbeeld soep, salades …
Conclusie
De mogelijkheid tot maaltijden op school biedt een belangrijke kans binnen het algemeen welzijnsbeleid. De positieve effecten voor gezinnen mogen niet onderschat worden, maar de randvoorwaarden ook niet.
Maaltijden op school mogen echter niet herleid worden tot armoedebeleid. Daarvoor zijn er structurele maatregelen nodig die gezinnen in staat stellen de armoedecirkel te doorbreken. De 24 speerpunten uit ons memorandum bieden hiertoe een goede start.