Hervorming van het sociaal energietarief
In het Netwerk tegen Armoede zitten 61 verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen in Vlaanderen en Brussel, en heeft tot doel armoede en sociale uitsluiting te bannen. In de verenigingen nemen mensen in armoede op alle niveaus het woord. Het werk van het Netwerk tegen Armoede is dan ook gebaseerd op de ervaringen en meningen van de mensen in armoede.
Met betrekking tot het thema energie horen we de laatste tijd veel signalen. Er heerst paniek op het terrein. De vele nieuwsberichten rond de afschaffing van het uitgebreid sociaal tarief, de verhoging van het sociaal tarief, etc. zorgen voor veel onduidelijkheden bij gezinnen in armoede en mensen met een laag inkomen. Ze zijn al kampioen in bezuinigen en moeten nu op zoek naar nog extremere manieren om te besparen op hun energieverbruik en andere essentiële zaken om te kunnen overleven. Het is kiezen tussen eten of zich verwarmen. Mensen dragen niet één, maar twee extra truien en verwarmen slechts één ruimte in de woning. Mensen sluiten zichzelf de facto af door nulverbruik met ongezonde en onmenselijke woonomstandigheden tot gevolg. Dit staat een menswaardig leven in de weg.
“Ik ben alleen, dus ik moet het zelf uitzoeken en ik kan er eigenlijk niet aan uit. De meeste mensen hebben besparingen gedaan deze winter, bv. alleen maar verwarmen waar je bent. Dikke truien dragen. enzovoort.”
“Door de hoge huur- en energieprijzen houd ik niet veel meer over. Dan mag ik niets speciaals doen.”
Gezien de ernst van de situatie tijdens de energiecrisis heeft de federale regering terecht beslist om het sociaal tarief uit te breiden naar een grotere groep huishoudens met een inkomen onder of net boven de armoedegrens. In onze verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen horen we dat de afschaffing van het uitgebreid sociaal tarief na 1 juli voor nog grotere problemen zal zorgen. Vanaf dan valt de bescherming voor ongeveer 400.000 huishoudens opnieuw weg en zullen ze fors meer betalen voor gas en elektriciteit. Mensen in armoede worstelen al met de gestegen voedsel-, huur-, en energieprijzen. Een ontoereikend inkomen, hoge energiekosten in woningen van slechte kwaliteit en stijgende energieprijzen leiden vaak tot betalingsmoeilijkheden. Het is nu al duidelijk dat het sociaal tarief zelfs opengesteld zal moeten worden naar steeds meer en meer gezinnen. Zonder massale investeringen in het isoleren en het verbeteren van de kwaliteit van woningen (zowel publiek als privé) waar economisch kwetsbare huishoudens wonen, zullen hun energiekosten onbetaalbaar worden.
“Ik betaal nu maandelijks 100 euro voor energie. Als ik mij baseer op simulaties van Engie zou dat stijgen tot 371 euro per maand. Dat zie ik niet zitten.”
Aanbevelingen
Wij vragen om bij de hervorming van het sociaal tarief rekening te houden met huishoudens met een laag inkomen. Energiekosten zullen, ongeacht de energiecrisis, altijd een aanzienlijk deel van het maandelijkse budget in beslag nemen. Op basis van de kennis en ervaringen van zo’n 22.000 mensen in armoede uit onze 61 verenigingen, hebben we een aantal aanbevelingen om het sociaal tarief te hervormen.
Veranker de uitbreiding van het sociaal energietarief op basis van een inkomenscriterium
De uitbreiding van het sociaal tarief voor een grotere groep mensen is een oude eis van de verschillende netwerken armoedebestrijding. Er is immers een groeiende groep mensen in armoede die werken en nood hebben aan een sociaal tarief. Toegang tot het sociaal tarief beschermt hen tegen energiearmoede, helpt de risico's van schuldenlast voor dit levensnoodzakelijke goed te beperken en de kansen op een menswaardig bestaan te vergroten. Het is een doeltreffend mechanisme dat zijn nut al heeft bewezen. Veranker dus de uitbreiding van het sociaal tarief voor energie om de laagste inkomens te beschermen tegen energiearmoede.
“Het uitgebreid sociaal tarief maakte voor mij een groot verschil. Het zorgde ervoor dat ik nog rond kwam. Zo zat ik niet in constante stress of ik het einde van de maand zou halen. Ik had meer ruimte in mijn hoofd om ook aan andere dingen te denken.”
We steunen de noodzaak om te werken op basis van een inkomenscriterium (loon, toelage, uitkering). Zo voorkomen dat we mensen die deze hulp nodig hebben worden uitgesloten en zorgen we ervoor dat deze hulp een groot verschil kan maken. De inkomensgrens van de verhoogde tegemoetkoming bij de ziekenfondsen was een rechtvaardige en realistische grens om te bepalen of huishoudens recht hebben op het sociaal tarief. Dit omvat de 20% laagste inkomens van België terwijl de armoederisicogrens op 18,8 % ligt (1).
Voorzie een getrapte overgang voor de huishoudens in het derde inkomensdeciel (tussen 20% en 30% van de laagste inkomens)
Decielen maken het mogelijk de bevolking onder te verdelen in 10 inkomenscategorieën. Het eerste deciel (D1) omvat de 10% huishoudens met het laagste inkomen, het tweede deciel (D2) omvat de 20% huishoudens met het laagste inkomen, enzoverder. Een analyse van de Energie Armoedebarometer van de Koning Boudewijnstichting leert ons dat D1 tot D3 huishouden omvatten die het grootste risico lopen op energiearmoede (2). Een getrapt sociaal tarief is dus nodig voor mensen net boven de armoedegrens, die het nog steeds niet breed hebben. Zo vermijd je dat een klein verschil in inkomsten een harde breuklijn vormt voor energietarieven en voer je als overheid ook een preventief armoedebeleid voor mensen die het risico lopen in armoede te belanden.
Vergemakkelijk de toegang tot het sociaal energietarief en ken het automatisch toe
Het sociaal tarief wordt vandaag in de meerderheid van de gevallen automatisch toegekend. Bovendien zien we dat sociale statuten aan de basis liggen van het hoge automatiseringsniveau in het huidige systeem.
Bij mensen waar dit niet automatisch wordt toegekend, zien we een grote non-take-up van dat recht. Het is noodzakelijk om de toegankelijkheid tot het sociaal tarief te verbeteren. Automatisch toekenning voorkomt bovendien een overbelasting van de eerstelijnsdiensten zoals de OCMW's en beperkt het niet-gebruik. De verschillende redenen voor niet-gebruik zijn bekend: geen kennis, geen aanvraag, geen toegang, geen voorstel en uitsluiting van rechten.
Zorg voor een sociaal rechtvaardige energietransitie
Het klimaatbeleid heeft een grote sociale impact. Terwijl mensen met een laag inkomen (vaak noodgedwongen) een kleine ecologische voetafdruk hebben, dreigen ze wel de rekening te krijgen van een klimaatbeleid zonder sociale component. Denk maar aan hoge energieprijzen waarbij huurders nauwelijks invloed hebben op investeringen in energiezuinige maatregelen, lage emissiezones, of het capaciteitstarief, … Het is duidelijk dat directe steunmaatregelen aan huishoudens in kwetsbare situaties hand in hand dienen te gaan met investeringen in een sociaal rechtvaardige energietransitie. Het Netwerk tegen Armoede pleit voor een grootschalige investering in de isolatie en renovatie van zowel private als sociale woningen (3). In het bijzonder vragen wij aandacht voor de kwetsbare huurders op de private markt, die momenteel het grootste risico lopen om slachtoffer te worden van de huidige energie- en wooncrisis. Wij zijn van mening dat deze maatregel de enige juiste oplossing is om zowel energiearmoede en schuldenproblematiek aan te pakken, evenals bij te dragen aan een sociale klimaattransitie. Er bestaat immers een verband tussen de kwaliteit van de huisvesting en de federale staatskas, zoals de bijkomende uitgaven die door de federale overheid gemaakt moeten worden gemaakt ter compensatie van de gevolgen van gebrekkige huisvesting.
Daarnaast levert hernieuwbare energie ook op termijn winst op. Gezinnen in armoede moeten de mogelijkheid krijgen om gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen. Dit betekent dubbele winst: een lagere energiefactuur en minder CO2-uitstoot. Om dit te bereiken, zou de federale regering incentives kunnen verstrekken aan de regio's en deelregeringen.
Het Netwerk tegen Armoede betreurt dat de federale regering het uitgebreid sociaal energietarief eerder afbouwt dan het te hervormen. We hopen dan ook dat ze in de hervorming de keuze maakt om de huishoudens met de laagste inkomens te beschermen, waarbij de huidige groep beschermde afnemers zeker niet afgebouwd wordt.