De laagste inkomens hebben het voorbije jaar bijna 7 procent aan koopkracht verloren. Voor wie het financieel niet breed heeft, voelt het hard dat 100 euro nu nog maar 93 euro waard is. Twee mensen uit onze verenigingen getuigden in De Standaard van 17/5/2024 over hoe hun koopkracht is gedaald.

Tessa van De Keeting in Mechelen: "Ik geef mijn kinderen fruit, maar alleen de klassiekers: appel, peer, banaan. De rest is onbetaalbaar. Ik moet rekenen, rekenen, rekenen om rond te komen. Ik werk om mijn kinderen te voeden.” Voor ontspanning, zoals een uitstapje naar de dierentuin, blijft niet veel over.

Katrien van 't Schoederkloptje in Zarren bespaart op gezondheidszorg: “De specialist heeft mij twee keer per week kinesitherapie voorgeschreven. Dat kost me 60 euro per week. Het zou kunnen dat ik dat geld terugkrijg, maar ik kan het gewoon niet voorschieten. Dus ik ga niet.”

Dringend tijd dat de laagste inkomens worden opgetrokken boven de armoedegrens om de koopkracht van de meest kwetsbare mensen te beschermen tegen inflatie en stijgende prijzen. Dat is één van onze aanbevelingen in ons memorandum voor de verkiezingen 2024.